In het dagelijks leven is het voor het blote oog vrijwel onmogelijk om kleine deeltjes in de lucht te detecteren. In industrieën zoals de farmaceutische industrie, elektronica, gezondheidszorg en voedsel, kunnen deze onzichtbare deeltjes echter direct de productkwaliteit en -veiligheid beïnvloeden. Hier komen deeltjestellers in beeld — gespecialiseerde instrumenten die zijn ontworpen om luchtdeeltjes te 'zien' en te tellen. Maar hoe werkt dit?
Het kernprincipe achter een deeltjesteller is de lichtverstrooiingsmethode. Wanneer een luchtmonster in het instrument wordt gezogen, passeert het een detectiezone die wordt verlicht door een laser. Als er deeltjes aanwezig zijn, verstrooien ze het laserlicht. Dit verstrooide licht wordt vervolgens opgevangen door een fotodetector en omgezet in elektrische signalen. Door de intensiteit van het verstrooide licht te analyseren, kan het instrument niet alleen de aanwezigheid van deeltjes bepalen, maar ook hun grootte.
In eenvoudige termen laat elk deeltje een 'lichtvoetafdruk' achter wanneer het door de laserstraal gaat. Grotere deeltjes produceren sterkere signalen, terwijl kleinere deeltjes zwakkere signalen genereren. Door deze signalen te analyseren en te tellen, geeft de deeltjesteller een snelle meting van de deeltjesconcentratie over verschillende groottes.
In de farmaceutische productie zijn strikte steriele omstandigheden vereist en kunnen overmatige deeltjes de veiligheid van geneesmiddelen in gevaar brengen. In halfgeleiderfabrieken kan zelfs een enkel stofdeeltje leiden tot chipfalen. Deeltjestellers dienen dus als essentiële 'bewakers van de luchtkwaliteit' in moderne industrieën.
Met voortdurende ontwikkelingen zijn de huidige deeltjestellers steeds vaker uitgerust met gegevensopslag, bewaking op afstand en intelligente analysefuncties. Van simpelweg 'stof zien' tot het mogelijk maken van uitgebreid luchtkwaliteitsbeheer, deeltjestellers worden onmisbaar in verschillende vakgebieden.